van ondergronds restaurant naar vernieuwde event locatie
Het is de trots van Spant: de nieuwe congres- en horeca ruimte in het souterrain. Door de komst van vier grote lichtkoepels valt er nu daglicht naar binnen. Zo’n vernieuwde ruimte vraagt natuurlijk om een hoogwaardig interieur. Die opdracht werd toevertrouwd aan Huguette Crielaers en Marjolein van der Tol van Crielaers & Company. ”We wilden een sfeer creëren, waarin iedereen zich thuis – maar ook bijzonder – voelt.”
Ingetogen, maar verre van saai
‘’Het was een fantastische opdracht voor ons. Een uitdagende klus en een fijne, inspirerende samenwerking met het team. Het opmerkelijke voor ons was, dat we een ruimte moesten inrichten die niet te uitgesproken mocht worden. De locatie wordt overdag immers gebruikt voor congressen en evenementen. Daar moeten bedrijven zich kunnen presenteren op een manier waarbij hun eigen identiteit ten volle naar voren kan komen. Ze willen dan niet hoeven concurreren met een overduidelijke handtekening van Crielaers & Company of een ander merk. Maar neutraal wil niet zeggen saai. Integendeel. Het was voor ons de grote uitdaging om binnen deze begrenzingen toch een bijzondere sfeer te creëren. Je moet als bezoeker wel het gevoel hebben dat je op een speciale plek bent. Als uitgangspunt hebben we de lobby van een mooi hotel genomen. Dat is bij uitstek een plek waar iedereen zich welkom voelt. Maar er hangt ook een sfeer van hier gaat iets bijzonders gebeuren.’
Rust en ruimte
‘Door de lichtkoepels die bouwkundig architect Theo Fambach heeft ontworpen was het “keldergevoel” al verdwenen. Aan ons de opdracht om dat qua interieur door te trekken. We wilden rust en ruimte creëren. Dat doe je door te werken met strakke belijningen en lange zichtlijnen. Open ruimtes die visueel met elkaar verbonden zijn. Iedere ruimte die je inricht heeft vaste gegevens: bouwkundige zaken waar je niet omheen kunt. In dit geval waren dat rijen pilaren die de ruimte verdeelden. Toen we voor de eerste keer de ruimte binnenkwamen, kregen we beiden het idee om tussen die pilaren zitnissen te maken. Zitplekken met mooie gestoffeerde banken waar bezoekers makkelijk met een kleine groepje kunnen gaan zitten. Het obstakel – de pilaren in het midden van de ruimte – kreeg zo een functie. De zitnissen trekken de open ruimtes op een natuurlijke manier bij elkaar. Ze vormen een soort afscheiding, maar brengen tegelijkertijd warmte en intimiteit.’
Spanningsveld
‘Voordat we beginnen met ontwerpen kruipen we in de huid van de bezoeker. Waar komt hij voor? Wat ziet hij? Hoe voelt hij zich? In deze ruimte begint die vraag op het moment dat iemand de trap afdaalt. We vonden het belangrijk om de ruimte voor de bezoeker te definiëren. Wat is wat, waar moet ik heen? We hebben ervoor gekozen om met verschillende vloeren de ruimtes en de looprichting aan te geven. De tegelvloer geeft de loopzone aan van het centrale plein naar de zaal. Voor de centrale ruimte hebben we gekozen voor een gietvloer. Voor de overige plekken, zoals de boardroom, bar, restaurant en balie, hebben we gekozen voor houten visgraatvloeren. Zo markeer je niet alleen de ruimtes, het zorgt ook meteen voor een spanningsveld. Als je een neutrale ruimte toch interessant wil maken moet je op zoek naar contrast. Vandaar dat we gekozen hebben voor een zwart/antraciet houten visgraatvloer. Het geeft diepte in de vlakverdeling. Bovendien heeft het een verrassend effect: de klassieke visgraad met een moderne twist. De zwarte vloer loopt bij de boardroom ook door in de wand, bij de bar en de garderobe in het font van het meubel. Zo creëer je weer eenheid.’
Dynamiek
‘In de wanden hebben we veel zwarte spiegels toegepast om het geheel ruimtelijk te maken. Ook zorgt de spiegeling voor meer dynamiek. De wanden zelf zijn beige, wat goed contrasteert met zwart. Verder hebben we gekozen voor zacht kleurige metalen. Goud vonden we een te luxe uitstraling hebben, zilver te zakelijk. We kwamen uit bij een soort beige metalic. Eigenlijk is de kleur moeilijk te benoemen. Het is onze eigen kleur, grappen we wel eens. Het is onuitgesproken, het vermengt zich uitstekend met de overige materialen en kleuren. Als accentkleuren hebben we gekozen voor paars, groen en okergeel. Je ziet die kleuren onder meer terug in de stoffering van banken en stoelen. Het zijn zachte, secundaire keuren. Paars staat voor het theatergevoel, groen voor duurzaamheid dat Spant hoog in het vaandel heeft en geel is een kleur waar wij graag mee werken omdat het gewoon fris en vrolijk is.’
Lobby-gevoel
‘Wat we zelf erg leuk vinden is de lange, strakke inbouw openhaard die je in het midden van de ruimte vindt. Een open haard versterkt het lobby-gevoel, dat we willen oproepen. Deze elektrische openhaard zet je aan met één druk op de knop. De vlammetjes zijn een soort flikkerende hologrammetjes. Het heeft een zeer laag verbruik. Dat past natuurlijk helemaal in het groene, CO2-neutrale beleid van Spant. Als knipoog hebben we – heel klassiek – geweien boven de haard gehangen. Alleen zijn dit geen echte geweien, maar takken die de vorm hebben van een gewei. Heel diervriendelijk en ook hier geldt weer: klassiek meets modern.’
Vanzelfsprekend duurzaam
‘Duurzaamheid wordt ook in ons vak steeds belangrijker. We hebben zelden opdrachten waar het belang van duurzaamheid niet speelt. Maar we merkten dat ze bij Spant al erg ver zijn op dit gebied. Dat duurzaam denken daar al een vanzelfsprekendheid is geworden. We hebben zo veel mogelijk gebruikgemaakt van duurzame materialen. De gietvloer bijvoorbeeld is door het Eco instituut gecertificeerd, omdat het voornamelijk bestaat uit duurzame grondstoffen. Bij de verbouwing van het souterrain zijn ook energiebesparende maatregelen uitgevoerd. Zo hebben we alleen gebruikgemaakt van LED-verlichting. De kwaliteit van LED-licht is de afgelopen jaren sterk verbeterd, zeker in het professionele segment. De verlichting is subtiel; dat geeft de ruimte een warme uitstraling. Duurzaam werken heeft ons op geen enkele manier belet om ons doel te bereiken. Een intieme, sfeervolle plek, creëren waar jong en oud zich prettig voelt.’